Jet en Jan, jong in 1910

Sinds 2007 loopt het lesproject Jet en Jan. Het thema is het dagelijks leven in de woonplaats van de leerlingen 100 jaar geleden.

In groep 5 van de basisschool wordt gestart met het vak geschiedenis. Naast de geschiedenis zelf, gaat het ook over het begrip tijd: hoe lang geleden is iets gebeurd? Wat is een eeuw?

Nadeel van de lesstof over de tijd rond 1900 is dat het heel algemeen is over heel Nederland of zelfs Europa. Het bijzondere van het lesproject Jet en Jan is dat het dicht bij huis is; het gaat over de woonplaats van de leerlingen zelf. Op deze manier komt de geschiedenis voor de kinderen veel dichterbij. Het wordt letterlijk tastbaar en begrijpelijker.

Rode draad in het lesproject Jet en Jan is een voorleesverhaal. Hoofdpersonen in dit voorleesverhaal zijn Jet en Jan, twee kinderen die in 1910 leefden. Het voorleesverhaal volgt een dag uit het leven van Jet en Jan. Aan de hand van deze twee leeftijdgenootjes uit 1910 maken de leerlingen kennis met thema’s als kleding, wonen, school, de buurt, eten, spelen en werken in 1910. 

In de eerste les op school maken de leerlingen kennis met Jet en Jan en hun familie via het voorleesverhaal. Daarna wordt het verhaal besproken en bekijken en bespreken ze oude foto’s. In het verhaal krijgt Jet een zilveren gulden. Aan de leerlingen wordt gevraagd te bedenken wat zij met die gulden gaat doen.

In de handleiding zit voor elk dorp waar de leerlingen op school zitten een eigen versie van het voorleesverhaal. Op deze manier wordt het leven honderd jaar geleden naar de woonplaats van de leerling gehaald.

In de tweede les wordt er met de tijdbalk gewerkt. Op deze tijdbalk worden familiefoto’s van Jet en Jan en van de kinderen zelf gehangen. Ze bespreken de verschillen tussen arm en rijk in de tijd van Jet en Jan en maken een tekening van hoe zij denken dat Jet en Jan er uit zagen.